Oost Java / Madura.
Terwijl grote delen van Java zich na de val van het Modjapahit rijk eind 16e eeuw onder de invloed van de Islamitische Mataram bevinden, wordt Oost Java en Madura, een eiland ten Noord-Oosten pas later ten tijde van Sultan Agung in 1624 veroverd. begin 17e eeuw doet ook de VOC op Java zijn intrede.
Sultan Agung had aanvankelijk goede relaties met de Nederlanders van de VOC die in de vroege 17e eeuw aan zijn hof verbleven en was van plan met hen samen te werken om zo zijn macht over Java uit te breiden.
Madura, was voor de VOC vooraal een belangrijke leverancier van soldaten. Zo werd op 12 februari 1831 Het Barisankorps van Madoera opgericht om als hulptroepen de macht op Madura te behouden en steun aan expedities van het KNIL geven. Toetreding tot het korps geschiedde vrijwillig, de militairen bleven in hun eigen kampong wonen (uitgezonderd bij expedities) en kregen soldij en pensioen. De Barisans hadden hun eigen inlandse officieren. De instructeurs waren Europees, met name officieren en onderofficieren van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. De inlandse officieren, zoals Raden Ario Majang Koro)( zie foto rechts; bron: Wikipedia), waren afkomstig van adellijke families op Madoera.
De verwantschap tussen Madura en het Nederlandse leger komt vooral bij krissen uit deze periode tot uitting in de krisgrepen en schede's, waarbij vaak militaire cq Nederlandse symbolen zijn terug te vinden. Hierover meer in het hoofdstuk krisgrepen.
Majang Koro (Madoera, 1832 - Madoera, 29 september 1906) was een kolonel van de Barisan Bangkalan Raden Ario van het Nederlands-Indische leger en ridder in de Militaire Willems-Orde vierde klasse, bezitter van de Eresabel.